Kind van vier

Vandaag mag ik op de bus, de bus is heel groot.
Ik zit op mama's schoot.
Veel mevrouwen hé mama.
Ja schat, heel veel.
Gaan die ook naar de dierentuin?
Nee, dat denk ik niet.
Waarom niet mama?
Ze moeten werken.
Waarom?
Om centjes te verdienen.
Waarom moeten ze centjes verdienen?
Om eten en snoepjes te kopen.
Snoepjes zijn lekker hé mama, krijg ik een snoepje?
Straks in de dieren tuin, kijk daar een witte koe.
Waarom is die koe wit mama?
Kom hier kleine kapoen, zegt ze en geeft me een zoen.